Stikstofreductie biedt ook kansen
Nederland zucht en kreunt onder het stikstofbeleid. Te veel stikstof is slecht voor de natuur en keer op keer wijst de rechter nieuwbouwplannen naar de prullenbak omdat er geen ruimte is voor nieuwe initiatieven die per saldo meer stikstof opleveren. Nederland zit op slot en boeren komen massaal in opstand omdat zij in hun ogen vooral de dupe zijn van het stikstofbeleid van het kabinet. Voor elke afzonderlijke regio in Nederland zijn stikstofreductiedoelstellingen vastgelegd. Daar waar veel natuur is zal een reductie tot wel 80 % dienen plaats te vinden.

Denk hierbij aan de Gelderse Vallei of de Grote Peel op de grens van Noord-Brabant en Limburg. Agrariërs worden gestimuleerd aan ‘kringlooplandbouw’ te gaan doen. Mooi bedacht maar in de praktijk zullen veel agrariërs hier geen heil (en geen boterham) in zien en het spreekwoordelijke bijltje er bij neer gooien.
En de boer ploegt voort, maar wellicht anders…
Stilzetten is een gemiddelde boer echter niet gegeven en het ligt voor de hand dat hij kijkt naar andere sectoren zoals bijvoorbeeld de energietransitie, wonen of recreatie. Daar is niets mis mee. Sterker nog, als de (provinciale) overheid goed sturing weet te geven aan deze nieuwe functies op het platteland kunnen er wel eens mooie dingen ontstaan.
Nederland is namelijk een erg druk land. Er is volop behoefte aan energie, aan nieuwe vormen van wonen en aan vrijetijdsbesteding. Nu nog is het Nederlandse landschap vaak het resultaat van een decennia lange agrarische groei, meer en meer snelwegen en steeds meer bedrijventerreinen. Recreëren? Dat hing meestal aan de spreekwoordelijke ‘achterste mem’. Daar waar nog reststroken over waren of daar waar de natuur nog wel manifest aanwezig is, ja daar moet de ‘homo ludens’ zijn vertier maar gaan zoeken.
Laat niet voor het aangenaam verpozen de eigenaar met de schillen en de dozen
Inmiddels weten we ook wat daar de gevolgen van zijn: natuurbeheerders zien het soms met lede ogen aan. Denk maar eens terug aan de Coronatijd (of zitten we daar nog midden in?), steeds meer wandelaars, fietsers, ruiters en mountainbikers die de schaarse natuur intrekken. Op strak aangelegde fietspaden vechten recreanten soms letterlijk voor hun ‘recht op recreatie’. Op zonnige dagen staat half Nederland in de files op weg naar de kust en daar waar het een beetje druk is op de weg moet de (elektrische) fietser zijn weg zien te vinden tussen tientallen andere vormen van elektrisch of gemotoriseerd verkeer. Sinds enkele jaren zien we weer een stijging van het aantal verkeersslachtoffers.
Van productie via reductie naar recreatie
De, als gevolg van het stikstofprobleem, onvermijdelijke transitie van de landbouw moeten we daarom aangrijpen om de wijze waarop we ons buitengebied inrichten eens drastisch te gaan herzien. Niet ‘productie’ maar de mogelijkheden voor recreatie dienen het uitgangspunt voor de toekomst te zijn. Nederland is een sterk verstedelijkt land. Tussen al deze stedelijke gebieden liggen straks geen agrarische productielandschappen maar vrijetijdslandschappen of recreatieparken waar de toerist en de recreant zijn weg weet te vinden tussen bossen, akkerlanden en toegankelijke (zwem) meren. Ook de landbouwer vindt er zijn weg. Er wordt gewoond in wat nu nog boerderijen zijn (wie wil dat nu niet) en nieuwe vormen van energie worden volop ingezet om Nederland zelfvoorzienend te laten zijn.
Het is van belang dat hier wel een visie op komt. Als elke stoppende boer in de ‘recreatie stapt’ krijgen we veel te veel van het zelfde en zal er verdunning en verdringing in de sector plaats vinden. Het heeft weinig zin het aanbod in de recreatiesector te vergroten zonder te investeren in het kernproduct waar de meeste recreanten voor komen: een mooie, rustige omgeving, een prachtig landschap, goede recreatieve routes met de nodige horeca en een gastvrije recreatiesector. Wie wil dat nu niet? Grijp de stikstofopgave daarom aan om ons landschap te herinrichten. Met daarin zeker ook een plek voor onze (recreatie)boeren. Maar wel met visie en beleid aub….