De ontwikkeldruk van verblijfsrecreatieve projectontwikkeling in Nederland is enorm hoog. Dit wordt onder andere gevoed door de lage rente, vergrijzend ondernemersbestand en behoefte aan een ‘waardevaste’ tweede woning in het buitengebied. Tegelijk zijn de inzichten in de bedoelde kengetallen bij recreatie en toerisme vaak niet of veel minder sterk aanwezig dan bijv. bij wonen en winkelen.
De RO -medewerkers, specialisten recreatie en toerisme en de planeconoom hebben geen weet van investeringen in specifieke, recreatieve voorzieningen en -belangrijker – vaak geen idee wat dat in de parkexploitatie oplevert en welke grondwaarde daaruit voortvloeit.
De gemeentelijk stedenbouwkundige heeft daardoor moeite om de ruimtelijke kwaliteit van projectontwikkelingen te bewaken. De planeconoom kan dan ook moeilijk een grondexploitatieopzet maken en ook niet of moeilijk anterieure overeenkomsten voor een bijdrage van de investeerder aan de overheid onderbouwen.
In samenwerking met Verheijden Concepten en Merlijn Pietersma draagt Leisurebrains graag bij aan het scheppen van meer inzicht in te hanteren modellen, kengetallen, exploitatievoorwaarden en financieringsconstructies in recreatie en toerisme en dan vooral in de (her)ontwikkeling van vakantieparken, resorts en andere vormen van verblijfsrecreatie.
Wander Groot gaat daarbij in op de rol van de exploitant en hoe deze zich verhoudt tot de positie van de investeerders/beleggers en overheden. Ook hij geeft aan welke verschillen bestaan tussen de mogelijkheden van de verschillende locaties, concepten en managementformules en wat dus relevant is in haalbaarheidsstudies die voorafgaan aan de feitelijke realisatie.